Kook de spaghetti gaar in een pan met flink gezouten water.
Hak ondertussen de knoflook fijn en wrijf ‘m met het lemmet van je mes en een snuf grof zout tot een pasta (dit kan ook in de vijzel). Doe ‘m in een grote kom.
Voeg aan die kom ook de geraspte schil en het sap toe van de citroen, de geraspte kaas en de verse oregano. Meng met een grote scheut olijfolie (ongeveer 4 eetlepels).
Snijd dan de tomaten in kleine blokjes en voeg ze toe aan de kom.
Stamp de pistachenoten in een vijzel tot fijne kruimels. Zet opzij.
Giet de pasta af maar bewaar wat van het pastawater. Voeg de spaghetti toe aan de kom met tomaten en hussel door elkaar. Voeg eventueel wat van het kookwater toe om een mooie, losse saus te maken.
Schep de pasta op de borden en maak af met de gestampte pistachenoten. Deze pasta is zowel warm als koud érg lekker.