Bereid de visbouillon.
Breng ruim water, met een snuf zout, aan de kook in een pan met deksel voor de rijst.
Snijd de rode paprika in reepjes.
Snipper de sjalot en pers de knoflook of snijd fijn.
Pluk de blaadjes basilicum van de steeltjes en snijd de steeltjes heel fijn, bewaar de blaadjes.
Snijd de bosui in fijne ringen en bewaar het groene en het witte gedeelte apart van elkaar.
Kook de witte langraanrijst in 13 - 15 minuten beetgaar. Giet af en laat zonder deksel uitstomen.
Verhit de olijfolie in een hapjespan en fruit de sjalot, knoflook, basilicumsteeltjes, gemalen koriander, paprikapoeder 3 - 4 minuten op middelhoog vuur. Voeg de paprika, cherrytomaten, de bruine suiker en de visbouillon toe aan de hapjespan en roer goed door. Draai het vuur laag. Leg de kabeljauw in de bouillon en laat 6 minuten met de deksel op de pan pocheren.
Roer het witte gedeelte van de bosui door de rijst en breng de rijst op smaak met peper en zout.
Verhit ondertussen 1/4 el olijfolie per persoon in een koekenpan op middelhoog vuur en bak de paprika 4-6 minuten. Meng de zwarte balsamicoazijn, de extra vierge olijfolie en peper en zout naar smaak in een saladekom. Meng de gebakken paprika en de rucola door de dressing.
Verdeel de rijst over diepe borden en leg de kabeljauw daarnaast. Schep de cherrytomatenbouillon over de vis, en garneer met de basilicumblaadjes en de overige bosui. Serveer met de salade.